Hoe vaak moet ik het gazon maaien?
Een gazon heeft onderhoud nodig, je wilt immers niet dat het gras bij de buren groener wordt. Het lijkt ingewikkeld, maar met een paar eenvoudige handelingen ben je verzekerd van een mooie grasmat. Zo is het verstandig je gazon te kalken, verticuteren, bemesten, sproeien en van onkruid te ontdoen. Uiteraard moet je het ook maaien. We geven je in dit artikel tips: wanneer moet je welke handeling verrichten en hoe vaak moet je nu eigenlijk je gazon maaien? Met onze tips kan het niet meer stuk: jouw gazon is binnenkort het groenste gazon van de hele straat!
De top 6 lijst Direct naar de top 3
6 Onkruid bestrijden
Als je regelmatig maait, voorkom je al dat onkruid een kans krijgt. Welk onkruid je moet bestrijden is puur persoonlijk. De een geniet van een klavertje of boterbloem, de ander wil een strakke groene grasmat. Welk gras je wilt, begint al bij de keuze van het grasmengsel. Een speelgazon bestaat uit grovere grassoorten dan een siergazon. Wordt een siergazon veelvuldig betreed, dan ontstaan kale plekken, waarop onkruid direct zijn kansen grijpt. Je voorkomt dat er veel onkruid tussen je gras komt door ook het onkruid in de rest van de tuin aan te pakken. Het zaad van dit onkruid komt namelijk zomaar in je grasmat terecht. Heb je ondanks al je werk toch onkruid in je gazon, dan kun je ervoor kiezen het te bestrijden. Dit kan met bijvoorbeeld een onkruidsteker of in het uiterste geval met chemische middelen. Maar deze middelen moet je eigenlijk proberen niet te gebruiken. Is het echt nodig, laat je dan goed voorlichten hoe je de bestrijding van het onkruid het best aan kunt pakken.
5. Regelmatig sproeien
Vooral in de droge periode van het jaar floreert gras enorm bij een sproeibeurt. Bij voorkeur laat je de sproeier minimaal een half uur op het gras staan, zodat het water de grond in trekt. Je kunt het beste in één keer goed sproeien, niet een aantal keren achter elkaar met een beetje water. De beste tijd van de dag is in de ochtend sproeien. Sproei in elk geval niet op het heetst van de dag, want het gras verbrandt direct. Mocht je ’s morgens geen tijd hebben, sproei dan ’s avonds, als de zon onder is. Overigens is sproeien niet alleen nodig voor het gras, ook je planten vinden het heerlijk. Hou je gras goed in de gaten en bepaal op tijd of het een sproeibeurt nodig heeft. Hoogzomer kan dat weleens dagelijks zijn. Het is wel zo dat hoe ouder het gras is, hoe minder water het nodig heeft. Een oudere grasmat is al zo diep geworteld, dat het niet zomaar meer verdroogt.
4. Regelmatig maaien
De eerste keer in het maaiseizoen, ongeveer in maart, maai je het gras niet te kort. Bij voorkeur laat je de sprieten zo’n 4,5 cm hoog zijn. In kleine stappen ga je naar een uiteindelijke lengte van 3 cm. De meeste grasmaaiers zijn instelbaar, je kan deze afstellen op het gewenste aantal centimeters. Zorg ervoor dat de messen van je grasmaaier altijd scherp genoeg zijn, anders maai je het gras kapot. Ben je benieuwd hoe vaak je moet maaien voor het beste resultaat? Lees dan verder!
3. Bemesten tijdens groeiseizoen
Je kunt je gazon het beste zo af en toe bemesten. Bij voorkeur drie keer per jaar. De eerste keer doe je dat aan het begin van het groeiseizoen, zo’n beetje in april. Vervolgens bemest je ongeveer begin juli en begin oktober. Als je bemesting gaat kopen, merk je dat op de verpakking altijd de lettercombinatie NPK te vinden is. De N staat voor stikstof, de P voor fosfor en de K voor kalium. Je kunt thuis al bepalen welke meststof het beste is voor jouw gazon. Als het veel onkruid bevat, dan kun je het beste bemesten met een middel dat meer fosfor bevat. Ga je bemesten als het winterseizoen in aantocht is, dan kun je het beste mest kopen met meer kalium. Kalium zorgt er namelijk voor dat het gras beschermd is tegen vorst.In het kort heb je stikstof nodig voor de delen die bovengronds groeien, fosfor voor de wortelgroei en kalium voor de stevigheid van het gazon. Natuurlijk bevat mest meer bestanddelen: ijzer, calcium en magnesium bijvoorbeeld, stoffen die voorkomen dat je gazon geel wordt. Als je gaat bemesten, moet je proberen dat zo egaal mogelijk te doen. Bemesten is een precies klusje, strooi je teveel dan kan het gazon schade oplopen, strooi je te weinig of niet egaal dan heeft het op sommige plekken een tekort aan voedingsstoffen. Heb je een enorm gazon, dan is het dus verstandig om een gazonstrooier aan te schaffen. Deze zorgt ervoor dat het gazon overal evenveel bemest wordt. Na het bemesten sproei je het gazon, zodat de korrels beter tussen de grassprieten van het gazon kunnen vallen.
2. Verticuteren
Zo’n beetje in maart gaat het gras groeien. Je maait het eerst een keer en kunt het daarna verticuteren. Verticuteren is de bodem iets insnijden, waardoor de wortels meer lucht krijgen. Gazons die korter dan drie jaar liggen, hoeven nog niet geverticuteerd te worden. Door het gras te verticuteren, voorkom je dat het een viltlaag krijgt. Een viltlaag bestaat meestal uit afgestorven gras en mos. De laag wordt almaar dikker en maakt dat het gazon verstikt. Als je nu niet actie onderneemt, is het gras binnen korte tijd helemaal geel en gaat het uiteindelijk dood.Verticuteren kan op verschillende manieren. Je kunt het met de hand doen, met een speciale verticuteerhark. Dit is een flinke klus, maar als je een klein gazon hebt, is het prima te doen. Je hebt ook speciale verticuteermachines. Hiervan is de aanschaf wel flink, maar als je een groot gazon hebt, is het eigenlijk niet te doen om het gras handmatig te verticuteren. Een verticuteermachine behandelt het gras daarnaast ook nog eens zo dat het overal even diep ingesneden wordt. Verticuteren doe je bij voorkeur twee keer per jaar: in maart en ongeveer begin september. Dit zijn de twee tijdstippen voorafgaand aan een groeispurt van het gras.
1. Kalken
Wil je dat het gras er in het voorjaar weer fris bij ligt, moet je in februari al beginnen met kalk geven. De bodem waarin je gras groeit, verzuurt. Op zich is er niet direct wat aan de hand, gras houdt wel van een beetje zure grond. Maar als je helemaal niks doet, verzuurt de bodem en gaat het gras dood. Gras haalt voeding uit de lichtzure grond, het liefst als het een pH-waarde heeft van 6 à 6,5. Als je wilt weten of het gras kalk nodig heeft, kun je dus het beste eerst de pH-waarde meten. Dit doe je bij voorkeur eind februari, je neemt een bodemmonster en bepaalt met een speciaal middel de pH-waarde.Als je het gazon kalkt, voorkom je dat er mossen tussen het gras gaan groeien en maak je dat het gras gezonder groeit. Met de juiste pH-waarde kan het gras immers goed voedsel opnemen en krijgt het een gezond wortelgestel. Aan de hand van de uitslag van het bodemmonster bepaal je wanneer je kalk strooit. Zie je mossen in het gras, dan kun je wel zonder test aannemen dat de bodem te zuur is. Afhankelijk van de zuurgraad kalk je een of meerdere keren per jaar. Kalken doe je door kalkkorrels te strooien op je gazon. Kijk goed op de verpakking hoeveel kalk je het beste kunt strooien of laat je goed voorlichten bij de aankoop van de kalkkorrels.