Wie kent ze niet, de allerbeste voetballers van toen en nu? We hebben een overzicht voor je gemaakt waarin de beste 10 voetballers aller tijden aan bod komen. Deze lijst is gebaseerd op de sportieve verdiensten van de voetballer, maar ook op persoonlijke mening. Dat wil zeggen dat de kwaliteiten van de voetballers bekeken worden, maar niet iedereen zou misschien dezelfde spelers in deze lijst zetten, of op deze volgorde. Dit blijft subjectief, want je hebt niet allemaal dezelfde mening over een bepaalde speler. Je kunt in deze lijst informatie lezen over de voetballers zelf, maar natuurlijk vooral over hun voetbalkwaliteiten en het verloop van hun professionele carrière.
De top 10 lijst Direct naar de top 3
10. Michel Platini
Op het voetbalveld speelde Michel Platini als aanvallende middenvelder. Deze Franse voetballer werd geboren in 1955 in Joeuf, Frankrijk en is van Italiaanse komaf. Zijn professionele voetballoopbaan begon in het seizoen 1972-1973 bij AS Nancy, waar hij 7 seizoenen speelde en de Franse beker behaalde. In 1979 vertrok hij naar AS Saint-Etienne, waarmee hij later de landstitel veroverde. In 1982 ruilde hij deze club in voor Juventus, en speelde hiervoor 147 wedstrijden en wist in totaal 68 goals te maken. Ook veroverde hij met Juventus de Italiaanse beker, de Europacup I en II.
International
Platini maakte ook vele malen delen uit van het Franse nationale elftal, Les Bleus. Hij debuteerde in 1976 en speelde zijn eerste grote internationale toernooi in 1978, het WK in Argentinië. Hij speelde in totaal 72 keer voor de nationale ploeg (50 keer droeg hij de aanvoerdersband) en maakte 41 goals.
Coach
Na het beëindigen van zijn carrière als actief speler, werd Platini in 1988 coach van Les Bleus. Hij behaalde tussen de grote toernooien mooie successen met het team, maar wist het niet waar te maken op de toernooien zelf. In 1998 was hij mede-organisator van het WK voetbal in Frankrijk.
Franse voetbalbond en UEFA
Na zijn actieve voetbalcarrière werd hij in 2001 vice-directeur van de Franse voetbalbond en in 2007 voorzitter van de UEFA, een functie die hij tot 2015 bekleedde. Omdat hij smeergeld aangenomen had, is hij uit zijn functie gezet en mag tot 2018 geen activiteiten meer uitvoeren die met voetbal te maken hebben.
9. Alfredo di Stefano
Alfredo di Stefano was een voetballer van Spaans-Argentijnse komaf, geboren in Buenos Aires, Argentinië, in 1926. Hij is overleden in 2014. Hij wordt gezien als de grote man achter de successen van voetbalclub Real Madrid in de jaren vijftig. In dat decennium won de Spaanse club maar liefst vijf keer de Europacup I. Totdat hij werd ingehaald door voetballer Raúl, was hij jarenlang de topscorer van de Spaanse competitie.
Clubcarrière
Hij betrad het veld onder de bijnaam La Saeta Rubia (de Blonde Pijl). In het seizoen 1945-1946 begon de voetbalcarrière van Di Stefano bij River Plate in Argentinië. Doordat profs regelmatig staakten en voetbalclubs amateurvoetballers opstelden, vertrok hij naar Colombia, waar hij 3 keer kampioen werd met Millionarios. In 1953 kwam hij naar Spanje, en na wat onenigheid over voor welke ploeg hij zou gaan spelen, maakte hij zijn Spaanse debuut bij Real Madrid, om daar 11 seizoenen lang te blijven. Daarna speelde hij nog 2 jaar bij Español om vervolgens zijn voetballoopbaan te beëindigen in 1966.
International
In totaal is Di Stefano voor 3 verschillende landen uitgekomen, te weten Argentinië, Colombia en Spanje, hetgeen tegenwoordig niet meer mogelijk zou zijn. Eenmaal voor een land uitgekomen, kun je nooit meer voor een ander land opgeroepen worden.
Coach
Hij is ook nog enige tijd trainer geweest van Valencia, Boca Juniors, River Plate en Real Madrid.
8. Franz Beckenbauer
De enige Duitse voetballer in deze top 10 is Franz Beckenbauer, Der Kaiser (De Keizer). Hij werd geboren in München, in 1945. Hij speelde als libero. Hij kreeg zijn bijnaam doordat hij altijd prominent aanwezig was op het voetbalveld.
Clubcarriëre
Beckenbauer begon zijn carrière als speler van SC 1906 München, maar ging in 1965 naar FC Bayern München, waar hij eerst promoveerde met deze club en daarna 4 keer de Duitse landstitel en 4 keer de Duitse beker won. In 1977 vertrok hij naar de Verenigde Staten om voor New York Cosmos te gaan spelen, en keerde in 1980 weer terug naar zijn vaderland.
International
Hij kwam 103 keer uit voor het toen nog West-Duitse elftal en scoorde 14 maal. Hij deed mee aan het WK in 1966, in 1970 en 1974, het jaar waarin het land onder zijn aanvoering wereldkampioen werd.
Coach
Nadat hij gestopt was met actief voetbal, is Beckenbauer 2 keer interim-trainer geweest bij Bayern München en werd ook daar kampioen, in 1994. Hij was op dat moment, behalve trainer, ook president van de club. In 1984 voegde hij zich als trainer bij het Duitse nationale elftal en werd hiermee in 1990 wereldkampioen. Beckenbauer is dus zowel als speler en als trainer wereldkampioen geweest. Van 1994 tot 2009 bekleedde hij de functie van president bij Bayern München, heden ten dage is hij ere-president van deze club.
7. Eusebio
De van oorsprong uit Mozambique afkomstige voetballer Eusebio kreeg de Portugese nationaliteit en mocht derhalve ook 64 keer uitkomen voor het nationale elftal van dat land. Hij had verschillende bijnamen, zoals de Parel van Mozambique, de Zwarte Panter en de Zwarte Parel. Hij speelde als aanvaller.
Clubcarrière
Eusebio (voluit da Silva Ferreira) kwam op 19-jarige leeftijd al bij Benfica terecht. Hij heeft voor verschillende voetbalteams gespeeld, maar behaalde zijn grootste successen met deze Portugese ploeg. Hij won in totaal 11 keer met Benfica het landskampioenschap, 5 bekerfinales en eveneens de Europacup I.
International
In hetzelfde jaar als waarin hij bij Benfica kwam, werd hij opgesteld in het nationale elftal van Portugal. Hij deed mee in 64 interlands en scoorde maar liefst 41 keer. Tot 2005 was hij dan ook de topscorer van zijn land. In 1966 was hij ook topscorer van het WK voetbal. In tegenstelling tot de meeste profvoetballers, heeft Eusebio na het beëindigen van zijn sportieve loopbaan, niet gekozen voor het trainerschap. In 2014 kwam hij te overlijden, waarna in Portugal een periode van 3 dagen van nationale rouw werd afgekondigd, voor de voetballer die een icoon is in de Portugese geschiedenis.
6. Zinédine Zidane
De tweede Fransman in dit rijtje, van Algerijns-Berberse komaf, werd geboren in 1972. Hij is ook bekend onder de bijnamen Zizou en ZZ Top. Hij speelde voornamelijk op het middenveld.
Clubcarrière
Als voetballer heeft Zidane achtereenvolgens bij de volgende clubs gespeeld: AS Cannes, Girondins de Bordeaux, Juventus en Real Madrid. Toen hij in 1997 de overstap maakte naar Juventus, werd hij meteen de smaakmaker van de ploeg. In zijn eerste en tweede seizoen bij de club werd hij direct landskampioen en won ook de Wereldbeker. Hij wordt alom geprezen om zijn scherpe passes, zijn spelinzicht en zijn individuele capaciteiten. In 2001 vertrok Zidane naar Real Madrid, voor een transfersom van €78 miljoen, hetgeen op dat moment een record was. Met deze ploeg won hij in het seizoen 2001-2002 de Champions League en werd hij in 2003 landskampioen. Tot zijn afscheid als profvoetballer in 2006 heeft hij geen prijzen meer behaald met de club, maar kreeg wel een staande ovatie van het publiek dat luid “Merci” scandeerde.
International
In de interlands die hij speelde voor Frankrijk was hij niet altijd even succesvol en hij verliet op zijn laatste WK in 2006 het veld met een rode kaart, na een kopstoot te hebben gegeven aan de Italiaan Materazzi. Frankrijk verloor de finale na strafschoppen, maar Zidane werd wel uitgeroepen tot speler van het toernooi.
Coach
Ook als trainer heeft Zidane succes geoogst: in 2013 kwam hij als assistent-trainer bij Real Madrid, om het seizoen daarna het trainersstokje over te nemen bij het tweede elftal. In 2016 werd hij hoofdtrainer van het eerste elftal.
5. Cristiano Ronaldo
Op deze plaats in de top 10 vind je de Portugese sterspeler Cristiano Ronaldo dos Santos Aveiro terug, geboren in 1985 op Madeira. Hij speelt nog altijd, als aanvaller en was te zien op het EK 2016 in Frankrijk.
Clubcarrière
De carrière van Ronaldo kent zijn oorsprong bij Sporting Lissabon. Hij maakte daar in 2002 zijn debuut in het eerste elftal. In 2003 vertrok hij naar Manchester United en werd 3 seizoenen later uitgeroepen tot speler van het jaar. Hij verdiende een recordbedrag van €7,5 miljoen per jaar bij de club. In 2007 werd hij speler en talent van het jaar in de Engelse competitie. Voor zijn vertrek naar Real Madrid telde de Spaanse ploeg maar liefst 94 miljoen neer, een nieuw record. In de competitie aldaar vestigde hij een doelpunten-record, dat hij tot tweemaal toe zelf verbeterde.
International
Hij maakte zijn debuut voor Portugal in 2003 en was in 2004 op het WK verliezend finalist. De daarop volgende kampioenschappen, speelde hij zeker niet zijn beste spel en Portugal redde het niet. Sinds 2010 is hij aanvoerder van het Portugese nationale elftal en nadat de ploeg in 2014 het WK niet bereikte, haalde hij dan toch eindelijk in 2016 zijn felbegeerde prijs: Portugal werd Europees kampioen, ware het niet dat Ronaldo zelf al na 25 minuten geblesseerd het veld moest verlaten.
4. Johan Cruijff
Onze trots, onze nummer 14, zo zal de in 2016 overleden Johan Cruijff altijd bekend blijven. Hij werd geboren in Amsterdam in 1947 en speelde al vroeg voor Ajax. Hij speelde als aanvaller en als middenvelder. Hij werd in 1999 verkozen tot Europees voetballer van de 20ste eeuw. Hij staat bekend om zijn techniek, handelingssnelheid en spelinzicht. En om zijn uitspraken natuurlijk.
Clubcarrière
We kunnen een uitgebreid overzicht geven van de ploegen waar Cruijff gespeeld heeft, maar hij was al van jongs af aan bij Ajax te vinden. Hij heeft er tot 1973 gespeeld, totdat hij naar FC Barcelona vertrok. Hij beleefde bij beide teams grootse successen (zoals winst in de Europacup I met Ajax) en na 5 jaar bij Barcelona stopte hij met voetballen en ging de zakenwereld in, maar dat werd geen succes. Dit dwong hem ertoe in 1978 weer te gaan voetballen. Hij tekende een contract in de Verenigde Staten, maar keerde terug naar Nederland, waar hij in 1980 technisch adviseur bij Ajax werd, alwaar hij in 1981 weer op het veld stond als speler. Na 2 jaar daar te hebben gevoetbald, vertrok hij naar concurrent Feyenoord, om in 1985 definitief te stoppen met het zelf spelen van voetbal.
International
In 1966 maakt Cruijff zijn debuut als speler van Oranje, maar het werd geen langdurige carrière wegens een conflict met de KNVB omtrent vergoedingen voor de spelers. Hij speelde in totaal 48 wedstrijden voor het Nederlands Elftal, waarvan 34 als aanvoerder. Het WK in 1970 en het EK in 1972 wist Nederland niet te behalen. In 1974 werd Nederland (met Cruijff) 2de, maar hij deed niet mee in 1978. Aan het tussentijdse EK in 1976 nam hij wel deel.
Coach
Behalve speler bij Ajax, is Cruijff ook trainer en technisch directeur geweest bij de club, om daarna trainer te worden bij zijn oude ploeg Barcelona. Hij koesterde een voorliefde voor de Catalaanse ploeg en het land en is er de rest van zijn leven blijven wonen, tot aan zijn dood.
Onderscheidingen
Johan Cruijff heeft ook veel andere verdiensten op zijn naam staan, zowel op sportief als op maatschappelijk vlak. Hij heeft zich ingezet voor sociale initiatieven en een aantal sportopleidinggen opgericht, alsmede de Johan Cruijff Foundation, die zich bezig houdt met de ondersteuning en financiering van sportmogelijkheden voor (gehandicapte) kinderen.
Media
Cruijff staat bekend om zijn uitspraken op TV en andere media. De meeste voetballiefhebbers zullen er beslist een aantal kennen. Hij verscheen ook vaak als analyticus bij voetbalwedstrijden op de televisie, om daarover zijn onmiskenbare mening te geven.
3. Diego Maradona
Diego Maradona werd geboren in 1960 in Buenos Aires, Argentinië. Hij heeft de bijnamen El Diez (nummer 10) en Pelusa (Pluisje).
Clubcarrière
Al op jonge leeftijd werd hij ontdekt in de Argentijnse voetbalwereld, waar hij op 16-jarige leeftijd bij Boca Juniors speelde. In 1972 vertrok de Argentijn naar FC Barcelona. Hij beleefde een voetbalcarrière met veel blessures en de nodige up-en-downs, waaronder schorsingen wegens drugsgebruik en gezondheidsproblemen. Na achtereenvolgens te hebben gevoetbald bij AS Napoli, Sevilla, Newell’s Old Boys en Boca Juniors, stopte hij in 1997 met actief voetbal.
International
Hij speelde 91 interlands voor Argentinië en scoorde daarin 34 doelpunten. Hij kende zijn grootste succes in 1986, toen Argentinië de wereldtitel behaalde. Hij scoorde in de kwartfinales van datzelfde toernooi tegen Engeland met een wereldberoemde handsbal, die hijzelf toeschreef aan de Hand van God.
Coach
In 2008 werd Maradona bondscoach van het Argentijnse nationale elftal en behaalde 2 jaar later op het WK in Zuid-Afrika de kwartfinales met zijn land. Hij heeft een geheel eigen stijl van coachen, en omdat hij na het WK te weinig medewerking kreeg van de voetbalbond, is hij gestopt als trainer. Zijn gezondheid (drugsverleden, overgewicht en hartproblemen), laat ook regelmatig te wensen over.
2. Lionel Messi
Deze Argentijn werd geboren in Rosalia in 1987 en is daarmee de jongste speler op de lijst. De aanvaller heeft verschillende bijnamen, waaronder Messias of La Pulga (de vlo). Hij is reeds 5 keer uitgeroepen tot Wereldvoetballer van het jaar.
Clubcarrière
Messi begon al op jonge leeftijd met voetbal, bij de club die zijn vader leidde. Hij debuteerde in 2003, als de op twee na jongste speler in het eerste elftal van Barcelona. Hij is wel de jongste speler die ooit een goal maakte voor Barcelona. Hij heeft in al die jaren dat hij voor deze club speelt al veel goals weten te maken. En veel prijzen in de wacht gesleept: zo werd de ploeg in het seizoen 2015-2016 voor de achtste keer landskampioen van Spanje, een gedeeld clubrecord. Ook won hij met Barcelona 4 keer de Champions League en veroverde 3 maal de UEFA Super Cup.
International
In 2005 debuteerde Messi in de nationale ploeg van Argentinië en werd binnen een minuut het veld uitgestuurd vanwege een vermeende slaande beweging. In datzelfde jaar maakte hij ook deel uit van het Argentijnse team onder 20, dat op het WK speelde. Hij werd wereldkampioen met zijn team, en won tevens de Gouden Schoen en de Gouden Bal. In de finale wist hij maar liefst 6 keer te scoren. In 2006 behoorde hij ook tot de selectie voor het volwassen elftal van zijn land, maar ze werden uitgeschakeld in de kwartfinales. Op de daarop volgende Olympische Spelen in 2008 wisten ze wel de titel te veroveren. Op het WK van 2010 verging het Argentinië op dezelfde manier als 4 jaar eerder, in 2014 het land in de finale van Duitsland, maar werd Messi wel uitgeroepen tot beste speler van het toernooi.
Copa América
In 2016 nam Messi met zijn land deel aan de Copa América Centenario, een toernooi dat zijn honderste jubileum vierde. Na een aantal succesvolle wedstrijden miste de stervoetballer een penalty in de finale en maakte na het toernooi volslagen teleurgesteld bekend dat hij zou stoppen als international. Een illusie armer na 3 keer de finale van dit toernooi te hebben verloren.
1. Pelé
Pelé wordt beschouwd als de beste voetballer ooit, omdat hij een enorm voetbaltalent heeft, en alle facetten van het voetbalspel tot in de puntjes beheerst. Hij staat onder andere bekend als een speler die enorm technisch was, geweldig kon koppen, op een briljante manier de bal kon aannemen en als een fantastisch spelverdeler. En verdient daarom ook zeker zijn eerste plek in deze lijst. De in 1940 in Brazilië geboren speler speelde als aanvaller en werd 3 keer wereldkampioen met zijn land. De naam Pelé is een bijnaam, hij heet voluit Edson Arantes do Nascimento. Hij had een zeer succesvolle carrière als voetballer waarin hij maar liefst 1363 wedstrijden speelde en 1208 goals wist te produceren. In 2016 is hij ambassadeur voor de Olympische Spelen in Brazilië.
Clubcarrière
Vanaf 1952 speelde Pelé in het jeugdelftal van Baura Atlético Clube, waarna hij uitkwam voor Santos FC, in de jaren 1956 tot en met 1974. Hij leverde veel goals af voor zijn club, in 1958 wel 58 stuks, hetgeen nog altijd een record is. Buitenlandse clubs waren allemaal uitermate geïnteresseerd in Pelé, maar zijn vaderland hield dit vooralsnog tegen en wilde zijn sterspeler niet laten gaan. Na een pauze in zijn loopbaan in 1974, keerde hij in 1975 terug bij New York Cosmos.
International
Pelé wist 3 keer wereldkampioen te worden met zijn vaderland, maar nam zelfs 4 keer deel aan een WK. Hij heeft 92 interlands gespeeld voor Brazilië en won maar liefst 67 keer met zijn team.
Na het voetbal
Toen Pelé het voetballen voor gezien hield, verdween hij zeker niet uit de publiciteit. Hij verscheen regelmatig op de televisie, speelde een rol in diverse films, zette zich in voor goede doelen en werd in 1995 benoemd tot buitengewoon minister van Sport in Brazilië. Tussen 1995 en 2001 was hij ook ambassadeur van Unicef. In 2004 mocht hij een lijst opstellen van de beste (nog levende) voetballers ter wereld. De lijst telde uiteindelijk 125 spelers. Ook heeft hij verschillende autobiografieën geschreven.